Hoe bouw je een wilgenhut?

Kinderen zijn gek op speelhutjes. En wat is er nu mooier en leuker dan een natuurspeelhutje? Een wilgentunnel of -hut biedt natuurlijke verstopplaatsen, plekjes om tot rust te komen of een fantasiespel te spelen. Ontdek hier stap voor stap hoe je er zelf eentje maakt.



Delen

De voorbereiding

Waar en wanneer?

Voor je eraan begint is het belangrijk om de juiste plaats en het juiste moment te kiezen.

Waar?

Wilgen groeien graag op natte, zonnige plaatsen. Onder bomen of in de schaduw zal dit dus niet goed lukken. 

Wanneer?

Vanaf begin november tot half maart kun wilgenbouwsels maken. Het gehakte hout is dan voldoende taai en buigzaam.

Verzamel materiaal

Voorzie voldoende materiaal voor je begint:

  • Een grondboor
  • Een staaf om de diameter van de hut uit te zetten
  • Bindtouw (jute)
  • Snoeischaren
  • Een hoop wilgentenen. Gebruik niet eender welke wilgensoort. Kies voor de buigzame soort katwilg (Salix viminalis). Deze soort is het meest geschikt, maar in sommige gevallen zijn schietwilg (Salix alba) of kraakwilg (Salix fragilis) ook bruikbaar.
© Michelle Maas

Tip: Volg een wilgenworkshop

Geregeld organiseren we vanuit het Regionaal Landschap Houtland & Polders workshops om wilgenhutten te leren bouwen. Ben je geïnteresseerd? Geef dan jouw gegevens door aan onze collega's Niek of Domien. Bij voldoende interesse gaan zij van start met de organisatie van een nieuwe workshop. 

Weetje: Een levende wilgentunnel kan wel tot 40 jaar blijven leven!

Niek Godfroid

niek.godfroid@rlhp.be

Domien Van Dijck

domien.vandijck@rlhp.be



Een wilgenhut bouwen doe je zo

Plantgaten boren

Voorzie een even aantal plantgaten in de grond. Plaats deze zodanig dat ze een cirkel vormen.

Takken plaatsen

Plaats de wilgentakken in de plantgaten en buig ze naar het plantgat er recht tegenover. Maak ze goed vast aan elkaar met touw, op de plaatsen waar ze elkaar kruisen. Maak je een echte grote wilgenhut? Voorzie dan telkens 2 wilgentakken per platgat voor extra stevigheid! 

Werk systematisch

Denk na waar je de ingang wil maken. Hier start je met het weven. Werk systematisch in tegen wijzerszin. Je vertrekt dus daar waar je de ingang wil, en start naar rechts

Knooppunten verbinden

Per plantgat heb je al wilgentakken die naar het platgat er recht tegenover gaan. Plaats nu per platgat nog 2 extra wilgentakken bij, die je plooit: eentje naar links, en eentje naar rechts. Maak de wilgentakken telkens op hetzelfde kruispunt vast. 

Ingang

Daar waar je de ingang wil, voeg je ook 2 wilgentakken toe in het platgat. In plaats van eentje naar links, en eentje naar rechts te plooien, buig je ze allebei naar dezelfde kant (zie tekening).

Nazorg


Na het eerste jaar kun je jonge, nieuwe uitgroei terug inbinden met touwtjes. Op termijn zullen de wilgen sterk genoeg zijn en verweren de touwtjes. Het is aan te raden touwtjes te vervangen, indien nodig.

Een wilgentunnel bouwen doe je zo

Plantgaten boren

Denk na over de breedte van de wilgentunnel. Aan de linker- en rechterzijde kan je nu plantgaten boren van 60 cm diep.

Takken plaatsen

Plaats in elk plantgat een wilgentak. Plooi de tak naar het platgat er recht tegenover en bind de tak daar vast aan de tak die oorspronkelijk in dit plantgat stond. Plooi nadien ook deze tak naar het overliggende plantgat en bindt nu op voldoende plaatsen de takken aan elkaar met touw. Herhaal tot alle bogen klaar zijn. 

Weven en verbinden

Plaats in elk plantgat nu 2 extra wilgentakken en plooi deze: eentje naar links, en eentje naar rechts. Maak de wilgentakken telkens goed vast op alle knooppunten.